Beleidsplan

Beleidsplan GAS DrOvF 2020 – 2025

1. Inleiding De Stichting GAS DrOvF is in het voorjaar van 2019 opgericht. Al eerder functioneerde er een werkgroep GAS DrOvF, die bestaat uit actieve bewoners rondom het uitgebreide “gasveld Diever”. Er is besloten tot het oprichten van een formele rechtspersoon omdat daarmee (1) de continuïteit van de groep bestendigd wordt, omdat (2) het de positie van GAS DrOvF voor andere partijen inzichtelijker maakt, en omdat (3) daarmee de ontvankelijkheid van procedures van GAS DrOvF mogelijk wordt. De werkgroep GAS DrOvF blijft naast de stichting bestaan. Beide werken nauw met elkaar samen. Voor het jaar 2020 ligt er een goedgekeurd ambitieus werkplan en een daarbij behorende begroting. Toch zijn er meerdere redenen om naast een jaarlijks werkplan ook een langere termijn visie te hebben. Een van de redenen is om in het vervolg ook de werkplannen een jaarsnede te laten zijn van het beleidsplan en daarmee een continuïteit van beleid en uitvoering te krijgen. Een andere reden voor het opstellen van een beleidsplan is van meer pragmatische aard: binnen GAS DrOvF is de wens uitgesproken om een ANBI-verklaring te verkrijgen. Een van de voorwaarden hiervoor is het hebben van een beleidsplan. 2. De structuur De werkgroep blijft naast de stichting bestaan, waardoor er een bredere input van meningen mogelijk is en de betrokkenheid van bewoners groter is. Het bestuur van GAS DrOvF blijft deel uitmaken van de werkgroep. Andersom kan de werkgroep adviezen uitbrengen aan het bestuur. Dit geldt ook voor de benoeming van de bestuursleden. GAS DrOvF streeft naar een optimale uitwisseling van ideeën tussen werkgroep en stichtingsbestuur. Daarbij heeft het stichtingsbestuur wel de formele verantwoordelijkheid voor wat er namens de stichting plaatsvindt. Daarbij behoort ook de ultieme mogelijkheid om voorstellen van de werkgroep niet over te nemen. Binnen de werkgroep bestaan verschillende commissies die zich bezig houden met thema’s binnen het werkveld van GAS DrOvF. Daaraan wordt zo veel mogelijk ook een bestuurslid van de stichting toegevoegd. Het kan gaan om thema’s zoals communicatie intern en extern, het opzetten van een meetnetwerk voor bodembeweging, of het voorbereiden van een informatiebijeenkomst voor de achterban. Deze commissies zijn al dan niet tijdelijk van aard. Er ligt ook een huishoudelijk reglement. Daarin is met name aandacht voor de onderlinge positie van werkgroep en stichtingsbestuur. Wat betreft de financiën draagt het bestuur zorg voor een kascommissie vanuit de werkgroep, zodat maximale transparantie en controle bestaat over de inkomsten en uitgaven van de Stichting. 3. Werkgebied GAS DrOvF is een organisatie die probleemgericht werkt. Het werkgebied van GAS DrOvF is daarom afgestemd op het grotere gaswingebied dat zich uitstrekt in drie provincies en drie gemeentes. Deze gasvelden liggen allen zodanig in elkaars nabijheid dat wederkerige beïnvloeding niet kan worden uitgesloten. Concreet zijn dit gasvelden waar mijnbouwbedrijven (hoofdzakelijk is dit Vermilion Energy) momenteel actief zijn of willen worden: De Blesse/Blesdijke, De Hoeve, Noordwolde, Eesveen/Wapserveen, Wanneperveen, Ossenzijl, Sonnega, Vinkega, Wapse/Diever, Oldelamer en Vledderveen/Wilhelminaoord en Diever. Kortom een gebied met gasvelden dat zich uitstrekt van Eesveen naar Vinkega. Daarmee ligt het werkgebied in drie gemeenten, te weten Westerveld, Steenwijkerland en Weststellingwerf. Het werkgebied ligt daarmee ook in drie provincies: Drenthe, Overijssel en Friesland. Deze ligging maakt het voor GAS DrOvF noodzakelijk om ook met de overheden in de drie gemeenten en de drie provincies contacten te onderhouden. In de statuten van de stichting staat als breder werkgebied de drie provincies genoemd. Hiermee wordt de mogelijkheid geboden om in een groter gebied werkzaam te zijn. GAS DrOvF zal hierbij de samenwerking zoeken met de daar bestaande bewonersorganisaties die zich al bezig houden met de gevolgen van de gaswinning. Waar mogelijk en gewenst zal GAS DrOvF haar kennis en vaardigheden beschikbaar stellen aan deze bewonersgroepen. 4. De doelstelling van GAS DrOvF De doelstelling van GAS DrOvF staat vermeld in de statuten. Samengevat komt dit neer op: a. Het behoud en bevorderen van een evenwichtig, gezond, schoon, natuurlijk landschappelijk leef- en woonmilieu en het behoud van de huidige bouwkundige staat van woningen en andere gebouwen en het voorkomen van schade hieraan als direct of indirect gevolg van gaswinning. Dit geldt voor de (diepe) ondergrond, het oppervlak en de lucht. In eerste instantie in het bovengenoemde werkgebied, maar ook breder in de drie provincies. Daarnaast wil GAS DrOvF aandacht vragen voor de impact van gaswinning in dit gebied op de sociale cohesie in de kernen en het psychisch welbevinden van de bevolking in dit gebied. En als laatste wat we willen doen, is het bevorderen van transparante en toegankelijke informatie over de gaswinning zelf, over de gevolgen van gaswinning en onafhankelijk onderzoek naar de mogelijke gevolgen van gaswinning nu en op de lange termijn, specifiek toegespitst op de omgevingskenmerken van dit gebied. b. Om doelstelling a. te bereiken is het noodzakelijk dat er een energietransitie komt. c. Het is bovendien nodig om activiteiten die a. en b. belemmeren of tegengaan, te bestrijden. d. Op al bovengenoemde zaken zal GAS DrOvF de (collectieve) belangen van de inwoners en bedrijven behartigen. e. Dat kan GAS DrOvF doen met alle beschikbare en wettelijk toegestane middelen die deze doelen bevorderen. GAS DrOvF zal alle werkzaamheden zonder winstoogmerk uitvoeren en heeft daarbij het algemeen nut voor ogen. Deze doelstelling laat zich als volgt naar activiteiten vertalen: Veilige en verantwoorde gaswinning De gaswinning in Nederland kent al een geschiedenis van tientallen jaren. Ook in ons werkgebied zijn gaswin-activiteiten gepleegd die tientallen jaren terug zijn gestart. Helaas zijn veel oude putten niet op een verantwoorde wijze aangelegd dan wel onderhouden. Dit geldt ook voor reeds gesloten putten. Door deze werkwijze ontstaan risico’s voor de gezondheid van inwoners, voor de bodem en voor het (drink)water. GAS DrOvF maakt zich sterk voor een herstel van mankementen aan bestaande putten en zal via zienswijzen en beroepsprocedures n.a.v. winningsplannen aandacht vragen voor de veiligheid van nieuwe boorlocaties. Het indienen van handhavingsverzoeken is een andere weg om verantwoorde en veilige gaswinning af te dwingen. GAS DrOvF onderhoudt contacten met het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) om dit te bewerkstelligen. Het Ministerie stelt bij de winningsplannen dat de risico’s voor de veiligheid beoordeeld zijn en in orde bevonden zijn. Toch zijn er voldoende redenen om hier twijfels bij te hebben. Zo worden er weliswaar plannen goedgekeurd, maar daarbij vindt in toenemende mate geen Milieu Effect Rapportage (MER) plaats. Ten onrechte, omdat het mijnbouwbedrijf weg komt met het telkens opnieuw een kleine aanvraag te doen, terwijl de totale omvang van de gaswinning dit wel vereist. Ook interpreteert zowel het mijnbouwbedrijf als de Minister een goedgekeurd plan slechts als een ‘plan’ waarbij het bedrijf zelf een eigen invulling mag geven aan de wijze van winning. Het wijzigen door de overheid van de berekeningswijze over wanneer een winningsplan veilig is, heeft eveneens geleid tot grote argwaan; de risico’s worden daarmee lager ingeschat als voorheen. Door het wijzigen van de berekeningen die ten grondslag liggen aan normen, is de kans op aardbevingen immers niet kleiner geworden. Ook in Groningen ontkende de overheid tientallen jaren dat de gaswinning schade zou kunnen opleveren. Wij zien wat dat betreft graag een lerende overheid en zullen de gevaren daarom telkens naar voren blijven brengen bij de overheid. Dit zijn redenen genoeg om met de nodige scepsis de veronderstelde veiligheid van het Ministerie met argusogen te volgen. GAS DrOvF maakt zich hard dat de overheid de wijze van planbeoordeling verandert. Bij nieuwe winningsplannen zal GAS DrOvF, zo mogelijk in samenwerking met relevante buurtgroepen, zienswijzen opstellen. Daarbij zal GAS DrOvF wijzen op de gebreken in de plannen en aandacht vragen voor de lokale situatie van het winningsgebied. Voor het instellen van een beroepsprocedure zal telkens met de lokale bewonersgroep gekeken worden naar de financiële haalbaarheid van een dergelijke procedure. Sluitend meetsysteem GAS DrOvF legt contacten met diverse instellingen die deskundigheid hebben op het gebied van de veiligheid van de gaswinning. GAS DrOvF wil met deze deskundigen zoeken naar een dekkend meetsysteem van bodembeweging. Zo’n systeem moet kunnen aantonen dat schades aan de bodem en aan de gebouwen een relatie hebben met de gaswinning. Zo’n sluitend meetsysteem zal vervolgens ook geïnstalleerd moeten worden. Daarvoor zal GAS DrOvF draagvlak zoeken bij de diverse overheden. Uiteraard hoort hier ook bij dat er financiering komt voor het aanbrengen van zo’n meetsysteem. Vervolgens zal GAS DrOvF zich hard maken voor het kunnen uitlezen van de gegevens door een onafhankelijke instantie met eveneens inzage in de gegevens door GAS DrOvF. Een sluitend meetnetwerk is van groot belang zo lang er nog geen schaderegeling is die de bewijsvoering in eerste instantie bij het gaswinbedrijf legt. GAS DrOvF heeft al contacten met het KNMI over geofoons en acceleratiemeters die de bodembeweging meten. Naar aanleiding hiervan wordt voor GAS DrOvF een applicatie ontwikkeld om de gegevens van het KNMI gemakkelijker uit te kunnen lezen. In 2019 zijn er een drietal nieuwe geofoons geplaatst in het werkgebied van GAS DrOvF. De gegevens hiervan ze zullen binnenkort ook op de website van het KNMI beschikbaar komen. Een advies over een sluitend netwerk kan aantonen waar de dichtheid nog vergroot moet worden. Gesproken wordt over een netwerk waarbij gemeten wordt op elke 5 tot 10 kilometer. Daarnaast kan het incidenteel aanbrengen van een tiltmeter inzicht geven in de gevolgen van bodembeweging en de daardoor ontstane drukopbouw in gebouwen. GAS DrOvF wil, in overleg met deskundigen op dit terrein, kijken of een dergelijke installatie de gevolgen voor kwetsbare gebouwen zoals monumenten in kaart kan brengen. Schaderegeling Zich hard maken voor een goede schaderegeling voor inwoners en bedrijven is daarmee een ander onderwerp waar GAS DrOvF zich intensief mee bezig houdt. Het is een onderwerp dat voor alle overige gasvelden geldt. Waar mogelijk wordt met andere belangengroepen opgetreden in het behartigen van deze zaak. In 2018 heeft de Technische Commissie Bodembeweging (Tcbb) een advies uitgebracht voor een dergelijke schaderegeling. Hierin zijn een aantal stappen gezet zoals de zogenaamde omgekeerde bewijslast. GAS DrOvF heeft nog kritiek op een aantal onderdelen van dit advies. Zo vindt GAS DrOvF dat het onvoldoende is dat bevingen pas gelden vanaf een uitslag van 2.0 op de schaal van Richter. Ook heeft GAS DrOvF kritiek op de grens van het gebied waarvoor de regeling zou moeten gelden en de manier waarop de bewijslast buiten die grens geregeld is. De eigenaar van een pand met schade buiten de grens van 10 kilometer ligt finaal bij de civiele rechter. Het starten van een procedure bij de civiele rechter brengt hoge kosten voor de benadeelde; dit is een belemmering voor het verkrijgen van je recht. Helaas is in de zomer van 2019 een flinke stap achteruit gezet door het Rijk. Middels een voorgestelde aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat het Rijk nu op het standpunt dat slechts zeer ernstige schade voor vergoeding in aanmerking komt, waarbij ook de eerste 5% nog voor eigen rekening van de eigenaar komt. Immateriële schade wordt eveneens uitgesloten van vergoeding. Ook schades in muren die niet direct een veiligheidsprobleem leveren, zouden niet meer vergoeding in aanmerking komen. De Minister heeft een schaderegeling voor de overige gasvelden en voor de overige mijnbouw meerdere kere uitgesteld. Er ligt nu een voorstel. Hierbij heeft GAS DROvF op een aantal punten kritiek: * Schades van voor het vaststellen van de regeling worden niet behandeld door de Commissie die hiervoor wordt ingesteld. * Wanneer de schade ontstaat na 12 maanden na een beving die de oorzaak zou zijn, wordt die niet meer behandeld. De praktijk van Groningen leert ons dat schades vaak pas veel later zichtbaar worden. * Er worden geen schades door bodemvervuiling behandeld door de Commissie. * Degenen met schade moet de reden opgeven waardoor de schade zou zijn ontstaan. * De Commissie werkt met een Protocol; over wijzigingen wordt met de gasbedrijven overlegd. * De Commissie gaat werken met de regels van het civiele aansprakelijkheids– en schadevergoedingsrecht zoals hierboven uiteen is gezet. De Minister heeft deze voorstellen aan de Kamer voorgelegd. Zo lang dit voorstel nog niet definitief is, blijft GAS DrOvF zich inzetten voor een verbetering van de regels. In alle gevallen blijft het belangrijk dat er een fijnmazig en gevoelig meetnetwerk komt voor de bodembeweging. Ook dat is een speerpunt van GAS DrOvF. De mijnbouw is een activiteit van de overheid en de schades die hierdoor ontstaan zijn daarmee ook voor rekening van de overheid, zo vindt GAS DrOvF. We vinden dan ook dat deze schade niet iets is wat bewoners overkomt, maar dat deze schade wordt aangericht door de activiteiten in opdracht van de overheid. De algemene regels voor schades kunnen daarom niet toegepast worden op mijnbouwactiviteiten. De winst van de mijnbouw gaat naar de overheid en de mijnbouwondernemers. De schades daarvan kunnen dus niet bij de burgers in de winningsgebieden neergelegd worden. Lagere overheden zijn het met deze stellingname eens. GAS DrOvF zal met deze overheden samenwerken om het Ministerie en de leden van de Tweede Kamer tot andere inzichten te brengen en meer te luisteren naar de onrust die onder burgers bestaat over hun risico’s als gevolg van de gaswinning. Voor GAS DrOvF is het duidelijk dat een dergelijke regeling op geen enkele manier tegemoet komt aan onze eisen en daarmee ook niet aan de belangen van de burgers. Er zal daarom hard gewerkt moeten worden om deze voorstellen van tafel te krijgen. Op het moment dat er landelijk besloten is over een slecht schadeprotocol, zal het moeizaam worden om alsnog zo’n protocol te vervangen voor een betere. Niet alleen GAS DrOvF heeft te maken met het schadeprotocol; het zal gaan gelden voor alle mijnbouwactiviteiten in Nederland, behalve voor het Groninger veld. Daarom zal GAS DrOvF dit dossier zo veel mogelijk in gezamenlijkheid met andere belangengroepen in het land verder oppakken. De energietransitie Aan bovengenoemde onderwerpen zal GAS DrOvF de komende jaren de handen vol hebben. Toch willen we de energietransitie niet onbenoemd laten. Indien we kunnen aansluiten bij initiatieven van anderen of wanneer er de bovengenoemde onderwerpen reeds gerealiseerd zijn, komt er ruimte vrij om ons bezig te houden met de transitie. Zo niet, dan zal dit onderwerp in de tijd doorgeschoven worden. De energietransitie gaat veel van inwoners vragen; op z’n minst wat betreft de financiën die daarmee gemoeid zijn. Binnen huishoudens zullen andere afwegingen gemaakt gaan worden om deze gewenste energietransitie mogelijk te maken. Het is daarom van groot belang dat de inwoners zien dat zij daar niet alleen in staan. Juist van de overheid vraagt dit om te tonen op welke manier zij haar middelen inzet om de fossiele energiebronnen af te bouwen en daar schone energie voor in de plaats te stellen. Juist in onze regio zien we dat de winning van gas flink wordt opgevoerd. Hoewel de Minister stelt dat ook de gaswinning in de kleine velden wordt afgebouwd – maar daar niet bij aangeeft wanneer en hoe sterk dat zal gebeuren – staan daar andere gegevens tegenover. Vermilion, het bedrijf dat hier het gas wint stelt in haar jaarverslag dat de winning in Nederland goed toeneemt. Ook in een recente presentatie stelt de directie van deze onderneming dat de winsten op het gas in Nederland positief zijn, mede dankzij toenemend volume. En er liggen nog veel nieuwe boorputten op het vaste land van Nederland in het verschiet, zo wordt in deze presentatie gesteld. Onlangs heeft de Minister gesteld dat de grootverbruikers van gas in Nederland moeten overschakelen op hoogcalorisch gas zoals in ons werkgebied wordt gewonnen. Daarbij is de Minister van mening dat winning in Nederland de voorkeur heeft boven import van gas. Het lijkt alsof de Minister slechts delen van het verhaal vertelt. Voor inwoners van ons werkgebied zijn deze ontwikkelingen geen stimulans om zelf van fossiele energie om te schakelen naar duurzamer energiebronnen. GAS DrOvF zal gedurende de komende jaren aandacht vragen voor deze discrepantie en met feitelijke gegevens trachten de waarheid boven tafel te krijgen en onder de aandacht van de politiek te brengen. Dat neemt niet weg dat GAS DROvF, daar waar de gelegenheid zich voordoet, haar bijdrage zal leveren aan het bevorderen van de energietransitie op het niveau van huishoudens en dorpsgemeenschappen. 5.De achterban De werkgroep In het werkgebied van GAS DrOvF bestaat er ook een werkgroep GAS DrOvF die bestaat uit betrokken bewoners die zich hard maken voor een veilige en verantwoorde gaswinning. Deze werkgroep komt iedere 6 weken bijeen om te praten over de recente ontwikkelingen en uitspraken die te maken hebben met de doelstelling. Aan de werkgroep nemen ook vrijwilligers met specifieke deskundigheid deel. De leden van de werkgroep kunnen eigen initiatieven nemen en kunnen deelnemen aan de overleggen en activiteiten van het bestuur. De werkgroep heeft een adviserende rol naar het bestuur en kan ook bestuursleden voordragen. Het bestuur van GAS DrOvF informeert de werkgroep over haar handelen en legt plannen aan hen voor. Te denken valt aan het meerjarig beleidsplan, het jaarlijkse werkplan en begroting, of het jaarverslag. Veel van de communicatie tussen het bestuur en de werkgroep, en tussen de leden van de werkgroep onderling verloopt via een groepsapplicatie. De donateurs GAS DrOvF werkt ook aan het werven van vaste donateurs. Op dit moment kan iemand vanaf 10 euro per jaar donateur worden. Natuurlijk is het ook mogelijk om eenmalige giften te doen. Hiermee beschikt GAS DrOvF over (extra) middelen om haar activiteiten uit te voeren. Tegelijkertijd toont ze hiermee aan dat er een achterban is die het werk van GAS DrOvF ondersteunt. De donateurs ontvangen de nieuwsbrieven die enkele malen per jaar verschijnen. De informatiebijeenkomsten GAS DrOvF wil jaarlijks minimaal een bijeenkomst voor de brede achterban houden. Alle bewoners in het werkgebied worden hiervoor via de website, facebook en twitter uitgenodigd. Daarnaast zal informatie ook via de lokale media verspreid worden. GAS DrOvF onderhoudt en intensiveert de contacten met de vele organisatie van Plaatselijk Belang in het werkgebied. Het is eveneens mogelijk om op een buurtbijeenkomst een inleiding over de gaswinning te laten houden door GAS DrOvF. Hierbij creëert GAS DrOVF directe betrokkenheid bij een lokale gemeenschap. De inwoners De inwoners van ons werkgebied stellen we op de hoogte van de ontwikkelingen en van de activiteiten van GAS DrOvF via de nieuwsbrief en sociale media zoals facebook en een eigen website. Alle inwoners kunnen de nieuwsbrief via de mail ontvangen. We doen ook een beroep op de organisaties van Plaatselijk Belang om de nieuwsbrief via hun website te verspreiden. Ten slotte maakt GAS DrOvF veel gebruik van publieke media zoals krant en regionale TV, om het ingewikkelde en brede onderwerp van de gaswinning en alles wat daarmee samenhangt, te verspreiden. 6. Samenwerken Samenwerking in de regio en landelijk GAS DROvF opereert primair in een drietal gemeenten gekoppeld aan een veelheid aan gasvelden die zich onder deze gemeenten uitstrekt. De problematiek van de gaswinning speelt echter in vrijwel alle provincies van Nederland. Ook elders in het land komen bewonersgroepen op voor de onderwerpen waar ook GAS DrOvF zich mee bezig houdt. Het ligt daarom voor de hand dat er op landelijke onderwerpen contacten zijn tussen de verschillende groepen. Waar mogelijk en nodig zal GAS DrOvF ook aan gezamenlijk overleg deelnemen om haar doelstellingen eerder te bereiken of om efficiënter te opereren. Netwerk ontwikkelen Voor het bereiken van de doelstellingen zal GAS DrOvF moeten beschikken over een uitgebreid netwerk. Er zijn vele organisaties betrokken bij de gaswinning in Nederland. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het SodM, Tcbb, NOGEPA, Vermilion, KNMI, EZ&K. Bij Hogescholen en Universiteiten is deskundigheid beschikbaar. Door contacten met hen te zoeken en te onderhouden, vergroot onze organisatie haar kennis en maakt gebruik van documenten die op ons verzoek opgesteld worden. GAS DrOvF zal haar zorgen onder de aandacht brengen van deze organisaties teneinde haar doelstellingen te bereiken. Ook wil ze hiermee haar kennis van de materie beter onder de knie krijgen. GAS DrOvF realiseert zich dat de besluitvorming met betrekking tot de gaswinning door de politiek genomen wordt. Het ligt daarom voor de hand dat energie gestoken wordt in het opbouwen en onderhouden van een relatie met de politieke organen. Hoewel de landelijke politiek voor de besluitvorming verantwoordelijk is, zal GAS DrOvF zich ook richten op de lokale en provinciale politiek. Door hen te overtuigen van de problemen bij de gaswinning, zal druk opgebouwd kunnen worden op de landelijke politiek. GAS DrOvF verspreidt de nieuwsbrieven ook onder de volksvertegenwoordigers en bestuurders van de drie gemeenten en provincies. Een andere manier om de besluitvorming bij de gaswinning te beïnvloeden is gebruik te maken van de pers. Door goede contacten met hen te onderhouden kunnen onze zorgen en standpunten een veel bredere verspreiding krijgen. Bovendien kan de pers zelf op onderzoek uitgaan wat GAS DrOvF bij haar werk kan ondersteunen. 7. De financiën GAS DrOvF heeft in de aanloop naar de formele rechtspersoon en in het eerste jaar haar eerste jaar van het formele bestaan, al veel kosten moeten maken. Het benodigde geld hiervoor is eind 2019 nog niet geregeld. Er is inmiddels bekendheid gegeven aan het donateurschap. Dit begint te lopen, maar zal ook de komende jaren veel aandacht moeten krijgen. Om projecten te kunnen financieren is meer geld nodig. Te denken valt hier aan de kosten voor het voeren van beroepsschriften, of het (laten) doen van onafhankelijk onderzoek door derden. Doordat het werkgebied is verspreid over drie gemeenten en drie provincies worden er eveneens kosten gemaakt voor vervoer. Het onderhouden van relaties met instanties op het gebied van de gaswinning, brengt eveneens (reis)kosten met zich mee. GAS DrOvF zal de komende jaren verder inzetten op bredere inkomsten. Te denken valt aan sponsoring, het doen van projectaanvragen bij fondsen, en het doen van subsidieverzoeken bij de betrokken overheden in ons werkgebied. 8. De stichting GAS DrOvF Op het moment dat dit beleidsplan naar buiten gebracht wordt, bestaat het bestuur uit drie personen: Jeannette van der Velde, voorzitter Rita Pos, secretaris, Carolien Spruijt, penningmeester. De bevoegdheden van het bestuur zullen door 2 bestuursleden gezamenlijk uitgeoefend worden. De bestuursleden ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder het nummer: 7420 3479 RSIN: 8598 07903 Banknr: NL35 RABO 0338 3569 59 Vestigingsadres: Krekensingel 24, 8332 ME Steenwijk Email: info@gasdrovf.nl en gasdrovf@gmail.com Telefoonnummer: 06-1551 2251 Steenwijk, April 2020