Procedure in een notendop

Om gas te mogen winnen moet de mijnbouwer een winningsplan indienen waarin hij aangeeft waar, hoe lang en hoeveel gas hij wil gaan winnen en wat de risico’s daarvan zijn. Daarop geeft het ministerie van Economisch Zaken en Klimaat een instemmingsbesluit af.
De wetgeving en de vele verschillende procedures rondom mijnbouw zijn complex (te vinden op www.nlog.nl).
In principe is de centrale overheid, dus de Minister van EZK het bevoegd gezag. Gemeenten en Provincies hebben slechts advies recht sinds de nieuwe Mijnbouwwet die in januari 2018 is ingegaan. Burgers kunnen alleen hun bezwaren te kennen geven als er een nieuw ‘ontwerp – instemmingsbesluit’ wordt gepubliceerd in de regionale krant. Hierin staan de plannen voor een bepaalde periode. Een burger heeft dan 6 weken de tijd om zijn bezwaren in een zienswijze te formuleren.
Daarna komt de minister met het definitieve besluit en hiertegen is dan alleen nog beroep mogelijk mits de burger eerder ook een zienswijze heeft ingediend. Het beroep dient voor de Raad van State in Den Haag. Stichting GAS DrOvF heeft al een aantal malen een voorbeeld zienswijze opgesteld als hulpmiddel die vrijelijk te gebruiken en aan te passen is voor ieders individuele situatie. Deze zijn te vinden onder het tabblad ‘Nieuws’.
Ook heeft de Stichting GAS DrOvF inmiddels voor de plannen van Eesveen, Diever, Westellingwerf en De Blesse beroep aangetekend om de belangen van burgers rondom de velden zo goed mogelijk onder de aandacht te brengen. Naast alle tijd om dit voor elkaar te krijgen kost het Stichting GAS DrOvF griffiegeld per procedure.
Wij zijn afhankelijk van donoren, sponsoring en giften. Op de site vindt u hier informatie over. Mocht uw dorp, buurt of wijk informatie willen dan is het altijd mogelijk om contact op te nemen om bijvoorbeeld op een jaarvergadering of een bijeenkomst een presentatie te verzorgen.

Invloedcirkels gasvelden

invloedcirkels gasvelden gasdrovf

Schaderegeling voor gedupeerden van gaswinning

GAS DrOvF heeft een eisenpakket opgesteld en naar buiten gebracht over de schaderegeling die voor bewoners moet gaan gelden. Onze eisen zijn:

  • Er is slechts een Commissie die de schades afhandelt.
  • De overheid staat garant voor de uitbetaling van de schades aan gedupeerden. De overheid maakt hiertoe afspraken met de mijnbouwbedrijven.
  • Het schadeprotocol gaat uit van het wettelijk bewijsvermoeden.
  • Tot 25 jaar na afronding van de mijnbouwactiviteiten kunnen burgers schades melden.
  • De schades die in aanmerking komen voor vergoeding hebben betrekking op schades aan gebouwen, aan de bodem (verzakkingen / verhogingen of vervuiling), en op psychische schade.
  • Bij het beoordelen van de schade wordt rekening gehouden met een mogelijke stapeling van mijnbouwactiviteiten en met de specifieke situatie van het gebied.
  • Er hoeft geen directe relatie gelegd te worden tussen een specifiek waargenomen bodemtrilling en een opgetreden schade.
  • Er wordt geen beperkende invloedssfeer bepaald waarbinnen een mijnbouwschade kan optreden.
  • Er wordt een deugdelijk, dekkend en transparant meetnetwerk ontwikkeld.
  • Bij aanpassing van het schadeprotocol wordt aan bewonersorganisaties tijdig gelegenheid gegeven invloed uit te oefenen op de voorgestelde wijzigingen.

Commissie Mijnbouwschade gaat 1 juli 2020 van start

Vanaf 1 juli 2020 kunnen mensen die vermoeden schade te hebben als gevolg van mijnbouwactiviteiten zich wenden tot de onafhankelijke Commissie Mijnbouwschade. De schademelding bij Vermilion komt hiermee te vervallen. Over mogelijke schades ten gevolge van gaswinning uit kleine gasvelden en gasopslag kan de commissie vanaf 1 juli een advies uitbrengen. Burgers met schade aan hun woning en micro-ondernemingen met schade aan hun pand kunnen de schade melden bij de commissie.
GAS DrOvF wil de inwoners van Westerveld, Steenwijkerland en Weststellingwerf die een schademelding bij de Commissie hebben gedaan, vragen om dit ook door te geven via het schademeldingsformulier dat op de website van GAS DrOvF staat, onderaan de pagina.

Landelijk schadeloket
Door het instellen van deze commissie komt er één plek waar mensen zich kunnen melden die schade hebben door mijnbouw. Het uitgangspunt bij de schadeafhandeling is dat deze laagdrempelig, transparant, deskundig en onafhankelijk is. Om het makkelijker te maken voor de schademelder, neemt de commissie in de praktijk de bewijslast over. Het advies dat de commissie uitbrengt over de oorzaak, het causaal verband, de hoogte en de verdeling van de schade is bindend voor de mijnbouwonderneming. De mijnbouwonderneming heeft daarvoor een overeenkomst gesloten met de Staat (de minister van Economische Zaken en Klimaat).
Na de uitspraak van de Commissie Mijnbouwschade staat het de burger vrij om alsnog uw probleem bij het civielrecht aanhangig te maken. Wanneer u een rechtsbijstandverzekering heeft, kunt u overwegen deze dan in te schakelen.

Schade melden
Heeft u schade aan uw woning, dan kunt u uw schade melden via de website www.commissiemijnbouwschade.nl.
U logt in op Mijn schadedossier met behulp van DigiD. Lukt dat niet dan kunt u een e-mail sturen naar algemeen@commissiemijnbouwschade.nl.
Alleen de eigenaar van de woning kan een schade melden. Een aantal gegevens moet u invullen:
Adres, telefoonnummer en e-mailadres.
Het adres en de functie van het gebouw.
De datum waarop u de schade voor het eerst heeft gezien.
De datum waarop de schade volgens u is ontstaan, en waarom u dat denkt.
Een beschrijving van de waarschijnlijke oorzaak van de schade.
Een beschrijving van de soort schade. Stuur hier ook foto’s van mee.
En wanneer u dat heeft, ook foto’s van voordat de schade ontstond.

Meters, meten en nog meer meten

In de omgeving van de gasvelden in Zuidwest Drenthe, Noordwest Overijssel en Zuidoost Friesland staan inmiddels diverse meters.
Deze meters worden geplaatst en bekostigd door gaswinningsbedrijf Vermilion en daarna overgedragen aan het Koningklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).

De grondbeweging wordt op verschillende manieren in de gaten gehouden:

  • Accelerometers meten de grondversnelling die optreedt als gevolg van een aardbeving. Ook het dempende of opslingerende effect van ondiepe aardlagen wordt zo meegenomen.
  • Geofoonstations meten de trillingen van een aardbeving in de ondergrond met vier ondergrondse microfoons op 50, 100, 150 en 200 meter diep. Daarnaast bevat een geofoonstation een grondversnellingsmeter/accelerometer aan het aardoppervlak.

De metingen zijn open data en voor ieder (die daarmee overweg kan) te gebruiken. Op de website van het KNMI zijn de gegevens realtime te volgen: https://www.knmi.nl/nederland-nu/seismologie/stations/live-seismogrammen Hierop zijn de metingen van nivo 4 (oftewel de sensor op 200 meter diep) uit te lezen tot enkele dagen terug.
De geofoons in onze omgeving zijn geplaatst in Kallenkote (DR014)-2018; Vinkega (FR044)-2020; Oude Willem (DR034)-2020 en ten westen van Wolvega, in Oldetrijnje (FR034)-2020
Op onderstaande afbeelding zijn diverse uitslagen te zien. Dit is een normaal beeld en kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door verkeer. Een evt. aardbeving is te herkennen aan een lange uitschieter over de hele pagina. Een aardbeving ergens anders bijv. in Groningen maar soms ook in andere landen wordt met een geel sterretje gemarkeerd.

Op nog 7 andere locaties zijn of worden in 2020 acceleratormeters geplaatst door Vermilion.
Als zich een beving zou voordoen, gebruikt het KNMI beide typen metingen om het epicentrum en de kracht van de beving te bepalen. Daarnaast zal in zo’n geval de grondbeweging worden geschat in het gebied rond het epicentrum. De meetgegevens zijn van belang om, nadat een aardbeving heeft plaatsgevonden, te kunnen beoordelen of een gemelde gebouwschade toe te rekenen kan zijn aan een mijnbouwactiviteit.
Grondbeweging (bodemdaling) wordt in de gaten gehouden door periodieke (voorgeschreven) metingen. Deze worden om de 2 jaar herhaald. Bodemdaling is een complex gegeven. De bodem in Nederland daalt ook spontaan. Dit komt o.a. door verdroging en inklinking van oude veenlagen. In hoeverre gaswinning hieraan bijdraagt wordt met deze metingen in de gaten gehouden. Voor ieder veld is een verwachte bodemdalingskom berekend. Veel informatie is te vinden op de site van de overheid waar alle wetgeving, productie en plannen m.b.t. mijnbouw worden bijgehouden. Als voorbeeld: https://www.nlog.nl/eesveen

Bron: www.knmi.nl